Translate

vrijdag 18 januari 2013

Historia ALBUM I - Deel 1

Inleiding

De meeste belgen die opgroeiden in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw herkennen meteen de illustraties die Jean-Léon Huens in die periode maakte voor de bekende reeks: ‘s Lands Glorie.

Illustraties voor 6 boekdelen die, met hun herkenbare groene kaften, zonder twijfel de meest omvangrijke reeks illustraties vormen van de Belgische Geschiedenis ooit. Ze verschenen tussen 1949 en 1961 bij uitgeverij Historia.

In elk album konden 80 tot 100 prentjes worden gekleefd, die de spaarders inruilden voor Historiapunten. De bijna 550 prenten, die telkens worden begeleid door een korte tekst, tonen ons de hoogtepunten en de belangrijkste figuren uit de Belgische Geschiedenis.

Voor de eenvoudige onderschriften die de illustraties telkens vergezellen riep Huens de hulp in van Jean Schoonjans, professor aan de Facultés Universitaires Saint-Louis te
Brussel.

Voor mij persoonlijk hebben die prentjes een aparte waarde.

Ze dragen herinneringen uit mijn jeugd en ze hebben mijn interesse voor geschiedenis aangewakkerd. En die interesse is met de jaren blijven groeien.

Met mijn vader ging ik de Historia-punten inruilen in een winkeltje, gelegen in een straatje dat een verbinding maakte van de Meir naar de Vogeltjesmarkt, in Antwerpen.

Mijn grootvader, magazijnhouder op één van de Congoboten van de Compagnie Maritime Belge, vergaarde die punten tijdens zijn tochten Antwerpen-Matadi-Antwerpen, voor mij.
Hij verzamelde deze Historiapunten van de verpakkingen etenswaren, die werden verbruikt op het passagierschip.

Zijn thuiskomst, met zakken vol om te ruilen punten, was steeds een klein feest voor deze 10 jarige.
Dan volgde de omruiling van de punten, in een winkel die zulke omruilingen deed. En dan naar huis om de nieuw verworven prenten urenlang te bewonderen.


Hopelijk kan u ook, zoals ik toen in 1956, genieten van de mooie afbeeldingen en de leerzame teksten.

Misschien zullen de teksten, vandaag (2013), wat ouderwets lijken, toch heb ik ze gerespecteerd. Maar ik heb ze wel 'verrijkt' met 'links' naar Wikipedia, voor hen die meer willen weten.

Veel kijk- en leesgenot.

Christiaan Cleutjens



-----------------------------------------------------------------------------------------------------

ALBUM I – Deel 1

-----------------------------------------------------------------------------------------------------

Prehistorie - Karel De Grote

-----------------------------------------------------------------------------------------------------


De Spelonken

Duizenden jaren geleden, in het paleolithische tijdperk, leefden de bewoners van ons land in spelonken, langs de Maas en haar bijrivieren.
Zij gingen op jacht met zeer primitieve wapens gemaakt van geslepen steen.
Zij worden holbewoners genoemd...









Het Rendiertijdperk

15.000 jaar voor vóór Christus hebben andere paleolithische volken, waarvan de stenen werktuigen veel beter waren dan die van hun voorgangers, ons land bewoond.
Het waren de mensen van het zogenaamde Rendiertijdperk.
Hun levenswijze geleek tamelijk veel op dat van de Lappen in Finland, enkele decennia geleden.


De hunebedden

In het Neolithische Tijdperk gebruikten de mensen gepolijste steen, wat een grote vooruitgang betekende op de geslepen steen. Die mensen hebben hunebedden opgericht ter nagedachtenis van hun doden. Zulke grafstenen bestaan nog te Wéris en elders. Er ontstonden menige legenden rondom die overgrote stenen.


De paaldorpen

Het klimaat moet heel wat beter geworden zijn gedurende het tijdperk van de gepolijste steen. De mensen bewonen geen spelonken meer, ze leven voortaan in de vlakte en bouwen paaldorpen midden in de moerassen.






Keltische krijgsman

Gedurende het tijdperk van de metalen, brons en ijzer, vestigden zich bij ons Keltische stammen die waarschijnlijk tot hetzelfde ras behoorden als de huidige bewoners van Bretagne en Ierland. Ze maakten deel uit van de grote familie van de volken van Gallië.









De Druiden

De echte hoofden van de Kelten waren de druiden. Ze waren rechters, priesters, geleerden en tovenaars. In het begin van het jaar plukten ze met een gouden sikkel de heilige marentak.








De Morinen


Omtrent de 4de eeuw vóór Christus wordt ons land bezet door Belgische stammen. Men weet niet of deze van Germaanse of van Gallische oorsprong waren. Eén van deze stammen die in de moerassen woonden, noemt men de Morinen, een andere de Menapiers.









De Trevieren

Een andere Belgische stam was die van de Trevieren, die onze Ardennen  bewoonden.
En die, vóór meer dan duizend jaar, reeds wisten hoe hammen te roken.









 Wapens van de Oude Belgen

De Belgen waren bijzonder knap in het bewerken van het ijzer. We bezitten nog enkele wapens die zij gesmeed hebben. “Het Gallische IJzer” werd overal gewaardeerd.










De Romeinen

Toen de Romeinse legers in 57 voor Christus onze grenzen bereikten, waren de Belgen een gelukkig volk, maar ze leefden in onenigheid.
Het Romeinse volk was het meest geduchte, het best bewapende en het best ingerichte volk van de wereld.










Julius Caesar

Aan het hoofd van de Romeinse legioenen die ons land binnenvielen, stond Julius Caesar.
Caesar was een buitengewoon verstandig en zeer eerzuchtig man. Hij was één van de grootste veldheren uit de wereldgeschiedenis.





De dappersten...

Julius Caesar heeft ons een geschiedenis van de verovering van Gallie nagelaten. In dat boek komt voor de eerste keer onze naam voor, Caesar zegt: "van al de volken van Gallie zijn de Belgen/Belgae de dappersten."

 

De slag aan de Samber


De ontmoeting tussen de Romeinse en de Belgische legers had plaats op de oevers van de Selle.
De Nerviers, door hun koning Boduognat aangevoerd, trachten er de inval te stuiten, maar ondanks hun dapperheid werden ze verslagen.



Ambiorix

Nadat Caesar de Nerviers en ook de Aduatieken had verslagen, richtte Ambiorix, de koning der Eburonen, een oproep tot alle Belgische stammen om tegen de bezetters op te staan.
De Romeinen verloren verscheidene legioenen, maar omdat het hun ontbrak aan eendracht en nationale geest werden de Belgen verpletterd.
 









De Romeinse Provinciën

De Romeinen verdeelden ons land in provinciën,
nl. Germania Inferior (hoofdstad Keulen), Belgica Prima (hoofdstad Trier) en Belgica Secunda (hoofdstad Reims).



De Romeinse klederdracht

Gedurende drie eeuwen heersten de Romeinen over Belgisch Gallie.
Ze voerden er hun kleding, nl de tunica en de toga, en hun taal, het Latijn, in.
Het Latijn zou zich later tot het Waals ontwikkelen.










Romeins huis

De Romeinen hebben te onzentwege hun levens- en bouwwijze ingebracht.
Er werden grote Romeinse hoeven: "Villas" gebouwd, en ook andere huizen die meer bescheiden maar zeer goed ingericht waren.



De heirbaan

De Romeinen hebben grote heirbanen aangelegd; ze hadden rechte banen nodig om op snelle wijze hun troepen te vervoeren en om de regelmatige werking van hun postdienst te verzekeren.


De opgevulde ganzen
De heirbanen werden ook gebruikt om de hoofdstad te bevoorraden: Rome was het centrum van het wegennet van de wereld. De Menapiers zonden er opgevulde ganzen heen.

 

Romeinse school
Terwijl wij de magen van de Romeinen vulden, voedden zij onze geest. Er werden Romeinse scholen met Romeinse meesters ingericht. Het Latijn drong zich geleidelijk als omgangstaal op.


Gallo-Romein in een draagstoel

De Romeinse zeden werden hier aangenomen, vooral door de grote Gallo-Romeinse landeigenaars. Deze leefden royaal en reisden per draagstoel.








Gallo-Romeinen aan tafel

De weelde van het Romeinse tijdperk kwam vooral tot uiting in de zorg die aan het eten besteed werd. De Romeinse maaltijden waren uiterst fijn en kostelijk. De gasten lagen rond de tafels en werden door slaven bediend.






Romeinse markt

Er waren maar weinig steden in ons land. In het huidige Belgie blijven maar twee steden uit het Romeinse tijdperk over: Tongeren en Doornik.
Wellicht werd er markt gehouden in sommige dorpen zoals Aarlen en Gemblours.












Romeinse munten, lampen en vaatwerk

In onze musea worden tal van Romeinse voorwerpen bewaard: munten, keukengerei, potten en lampen, toiletbenodigdheden, ringen, zelfs hakenkruisen.


De Romeinse Goden
De Romeinen hebben ons hun godsdienst overgemaakt, hun goden waren zeer talrijk.
De belangrijksten waren Jupiter en de godin Juno, wier beelden in indrukwekkende, met zuilen en frontons versierde tempels prijkten.


De opstand 
van Civilis

De oude onafhankelijksgeest van onze volksstammen kwam na jarenlange Romeinse bezetting nog tot uiting in de opstand van de Batavieren na de oproep van Civilis.











Carausius

De Romeinen moesten een opstand onderdrukken die aangewakkerd werd door Carausius, een Belgisch opperhoofd van Menapische afkomst, die admiraal van de Romeinse  vloot geworden was en over onze streken hoopte te heersen.






De grens aan de Rijn
 
De Romeinse bezetting handhaafde zich tot in de 4de eeuw. Ze strekte zich uit tot aan de Rijn. De grenzen, die “limes’” genoemd werden, waren met brede houten torens, waarin soldaten de wacht hielden, versterkt.

De Heilige Servaas

Het Christendom verspreidde zich in België op het einde van het Romeinse tijdperk. Reeds zeer vroeg waren er bisschoppen te Doornik en te Tongeren. De oudste met zekerheid gekende bisschop, is de Heilige Servaas. Hij leefde te Tongeren in de 4de eeuw en stierf te Maastricht.












De Germanen

Aan de andere kant van de “limes” lag het Germaanse woud. Daar leefden talrijke wilde stammen, die Germanen genoemd werden. Hun zeden waren heel eenvoudig, ze hielden veel van oorlogvoeren.






De Franken

Onder de Germaanse volkeren die dicht bij onze grenzen leefden, bevonden zich de Franken. Hun krijgslieden droegen een korte strijdbijl en waren om hun dapperheid beroemd.













Volksverhuizing der Franken

Van het einde van de 3de eeuw af zetten de Franken zich in beweging en bezetten onze streken, die toen weinig bevolkt waren, op vreedzame wijze. Zij vestigden zich in het Noorden van ons land. Uit hun taal ontwikkelde zich het Vlaams.






Childeric, koning der Franken

Childeric, zoon van Meroveus, werd in de 5de eeuw koning der Franken. Het is te Doornik dat hij op het schild werd gezet. Dit was de Frankische manier om een koning uit te roepen.






De Vaas
van Soissons
 Clovis, de zoon van Childeric, veroverde heel Gallie. Het zal voortaan "Frankrijk" genoemd worden. Hij dwong het ontzag van zijn krijgslieden af.  Een soldaat brak eens een vaas die Clovis opeiste als aandeel aan de buit. Hij betaalde zijn vermetelheid met de dood, Clovis sloeg hem het hoofd in. Dit is de 'legende' van De Vaas van Soissons.


De doop van Clovis

Clovis versloeg de Alemannen bij Tolbiac. Toen hij gedurende de slag de nederlaag voorzag, beloofde hij zich tot het christendom te bekeren indien hij zegevierde. In 496 kwam hij zijn belofte na en liet zich te Reims door de H. Remigius dopen.
 











De heilige Clothilde
De bekering van Clovis tot het christelijk geloof, werd door zijn echtgenote, de H. Clothilde, voorbereid. Zij was de dochter van een Bourgondisch koning.
Zij overleefde haar man verscheidene jaren en speelde een verzoenende rol.





De vadsige koningen

De laatste Merovingers, of afstammelingen van Clovis werden "Vadsige koningen" genoemd. Zij sleten een ijdel leven en lieten het bewind over aan de hofmeier, de beheerders van hun domeinen.




Karel Martel

Een hofmeier uit de Maasstreek, Karel Martel, de zoon van Pepijn van Herstal, werd almachtig nadat hij de Arabische invasie stopgezet had met de slag van Poitiers in 732.













De wijding van
Pepijn de Korte

Pepijn de Korte, de zoon van Karel Martel, verjoeg de laatste Merovingische koning en riep zichzelf tot koning der Franken uit. Hij werd gewijd door paus Stefanus II en was de stichter van de dynastie der Karolingers.

(Naar deel 2 van ALBUM I)





2 opmerkingen:

  1. Schitterend gedaan. Identieke geschiedenis hier : ermee opgegroeid en passie voor geschiedenis meegekregen.

    BeantwoordenVerwijderen